1. Meer biodiversiteit
Landschapselementen verbinden natuurgebieden met elkaar. Ze vormen een soort brug, waardoor planten en dieren zich makkelijk en veilig van het ene naar het andere gebied kunnen verplaatsen. Bomen en heggen zijn voor vogels, insecten en zoogdieren een plek om te schuilen. Ook vinden ze hier hun voedsel en ruimte om zich voort te planten. Verder kunnen planten, mossen en paddenstoelen perfect groeien rondom landschapselementen. Zij trekken op hun beurt weer andere dieren aan. Zo krijgt de biodiversiteit een flinke boost!
2. Een beter klimaat
Bomen slaan boven én onder de grond CO2 op. Landschapselementen, zoals bosjes, bomenrijen en heggen dragen dus bij aan de opname van CO2. Ook zorgen ze voor schaduw en verkoeling. Fijn voor mensen op warme dagen, maar ook voor dieren in de wei. Daarnaast vangen landschapselementen fijnstof en stikstof af van het verkeer, de industrie en de landbouw. Win-win-win!
3. Een gezonde bodem
Hoe gezonder de bodem, hoe meer planten, dieren en bomen in een gebied kunnen (over)leven. Aan die gezonde bodem dragen landschapselementen een flink steentje bij. Door de sterke wortels van de bomen en struiken kan regenwater goed in de bodem trekken. Daardoor neemt de kans op erosie af. Bovendien voelen micro-organismen zoals bacteriën en schimmels zich thuis in een gezonde bodem. Daardoor kan de bodem meer water opslaan en het grondwater aanvullen. En zo’n gezonde bodem is weer de basis voor een vitaal landschap.
4. Natuurvriendelijke landbouw
Die gezonde en vruchtbare bodem is ook een voordeel voor boeren die gewassen op hun land verbouwen. En landschapselementen hebben nog meer voordelen als het aankomt op natuurvriendelijke landbouw. Ze trekken bijvoorbeeld insecten aan, die de bestuiving van bloemen, planten en bomen stimuleren. Hierdoor kunnen landbouwgewassen, zoals fruit, sla of kool beter groeien.
Wist je trouwens dat sommige dieren ziektes en plagen op een natuurlijke manier bestrijden? Bij vleermuizen, sluipwespen en vogels bijvoorbeeld, staat de eikenprocessierups op hun menu. Dat betekent dat boeren minder gewasbeschermingsmiddelen nodig hebben om plagen te bestrijden. Beter voor de portemonnee van de boer en beter voor het klimaat.
5. Gezonde en karakteristieke leefomgeving
Een groene leefomgeving is prettig voor mens én dier. Bomen zorgen immers voor zuurstof, schone lucht en schaduw op hete dagen. Daarnaast maken landschapselementen een landschap tot wat het is: van de Limburgse heuvels tot het duinlandschap aan de kust. Verliezen we deze elementen? Dan gaat niet alleen een hoop historie, maar ook een prettige leefomgeving voor bewoners, toeristen en dieren verloren.