Het beheer van bos roept voor de gemiddelde Nederlandse burger veel vragen op. Hoe weeg je de klimatologische, ecologische, economische en sociale belangen? Waarom wordt er bos gekapt terwijl we CO2 uit de lucht moeten halen? En wat gebeurt er met de gekapte bomen? Het huidige bos-en natuurbeheer in Nederland moet rekening houden met veel verschillende wensen en belangen. Een standpunt over houtkap vraagt daarom om de nodige nuance.
Willen we meer bos realiseren? Dan is het van groot belang dat onze bossen duurzaam beheerd worden en dat er geen sprake is van grootschalige kap. In de nationale Bossenstrategie is bepaald dat er in de Nederlandse bossen geen kaalkap mag plaatsvinden. Kortom, er mogen geen bosoppervlaktes gekapt worden die groter zijn dan een halve hectare. Trees for All onderschrijft dit. Onder bepaalde omstandigheden en voorwaarden is houtkap wat ons betreft echter wel gerechtvaardigd:
1. Maatschappelijke en ecologische impact
Houtkap in een bos dient altijd op verantwoorde en zorgvuldige wijze plaats te vinden. De maatschappelijke en ecologische impact zou daarbij leidend moeten zijn. En niet het economisch belang. Hiermee bedoelen we dat het hout dat vrijkomt bij het verder ontwikkelen van het bos, past bij verantwoord bosbeheer (zie hieronder). De inzet van grote machines is weliswaar efficiënt, maar zeer belastend voor het bos en de bodem. Trees for All ziet op dit vlak ruimte voor verbetering. De overheid zou meer subsidie beschikbaar moeten stellen voor natuurvriendelijk bosbeheer.
2. Verantwoord beheer
Bomenkap hoort bij bosbeheer: zeker in de Nederlandse situatie met aangeplante bossen. Met extensief en gericht beheer ontwikkelen bosbeheerders de aanplant geleidelijk naar een robuust en natuurlijk bos. Kortom, een bos met veel soorten, leeftijden en structuren. Bosbeheerders doen dit door het bos uit te dunnen of te verjongen.
Bij het dunnen wordt er groeiruimte gecreëerd voor ‘favoriete’ bomen. Denk daarbij aan inheemse boomsoorten of aan bomen die interessant zijn voor bepaalde dieren. Ook wordt er gekeken naar de soortenrijkdom. Bij het verjongen worden kleine groepen of individuele bomen gekapt om ruimte te maken voor nieuw bos. Hierdoor ontstaat er meer diversiteit in soorten en leeftijd. Dat is weer goed voor de biodiversiteit en klimaatbestendigheid van het bos. Neemt de natuurlijkheid toe? Dan neemt de noodzaak voor actief beheer af of komt deze zelfs te vervallen. Het hout dat vervolgens vrijkomt bij het beheer om de bossen natuurlijker en robuuster te maken, moet zo duurzaam mogelijk worden gebruikt (zie ook: hoogwaardig gebruik).
3. Natuurontwikkeling
In Nederland willen we verschillende soorten natuur ontwikkelen om de biodiversiteit te herstellen. In dat kader wordt er soms bestaand bos gekapt en omgevormd naar andere natuurdoeltypen. Bijvoorbeeld om heide- en stuifzandgebieden met elkaar te verbinden. Trees for All wil helpen om het bosareaal in Nederland te vergroten, maar onderschrijft het belang van diverse natuur voor de biodiversiteit. Moet het bos wijken voor andere natuur? Dan moet er altijd sprake zijn van kwalitatieve én kwantitatieve compensatie.
4. Revitalisering
In uitzonderlijke gevallen is grootschalige kap nodig. Bijvoorbeeld bij het omvormen van zieke fijnsparrenbossen naar gezonde en diverse loofbossen. Of bij het herbeplanten van bossen met veel essentaksterfte. Aangezien er in Nederland een aanzienlijk areaal aan monoculturen bestaat (met slechts een of enkele soorten bomen), zal dit in de nabije toekomst steeds vaker voorkomen. Ook de veranderende omstandigheden rondom het klimaat, stikstof, en verdroging spelen hierbij een rol. Trees for All steunt dit soort projecten om ervoor te zorgen dat er in Nederland meer gevarieerde en klimaatbestendige bossen komen.
5. Hoogwaardig gebruik
Gekapt hout moet zo hoogwaardig mogelijk gebruikt worden én duurzaam worden verwerkt. Door bijvoorbeeld hout te gebruiken in de bouw, wordt CO2-uitstoot vermeden die gepaard gaat met beton- en staalproductie. Bovendien wordt de koolstof die in het hout zit, langdurig opgeslagen. Nederland voorziet momenteel voor slechts 10% in haar eigen houtbehoefte. Met de groeiende vraag naar hout, neemt dit percentage naar verwachting verder af. Daarmee neemt de afhankelijkheid van het buitenland verder toe. Hout voor biomassacentrales is de meest laagwaardige toepassing en alleen te rechtvaardigen als er sprake is van resthout.