Je bent nu op de Engelse pagina. Wil je naar de Nederlandse pagina? Klik dan hier.

De grote Britse staatsman Winston Churchill had het voorrecht om ruim honderd jaar geleden Oeganda te bezoeken en noemde het de parel van Afrika. En sinds haar onafhankelijkheid 60 jaar geleden, noemt Oeganda zich ook zo. Een groen land doorsneden door de evenaar, in het hart van Afrika. Toch heeft de parel wel wat van haar glans verloren. Na de onafhankelijkheid kende het land een paar decennia een schrikbewind. Mensen die niet tot de bevoorrechte stammen behoorden, moesten wegvluchten en bescherming zoeken in de bossen en bergen. Om hier te kunnen overleven werden bomen gekapt en akkers en weiden aangelegd in natuurgebieden.

In de negentiger jaren veranderde het land weer in een vreedzame democratie. De regering hielp de vluchtelingen om een nieuwe vorm van bestaan op te bouwen, buiten deze gebieden. Na hun vertrek raakten de akkers en weiden weer begroeid. Niet met bomen maar met metershoog olifantsgras, waarna er niets anders meer wilde groeien. Het deel van het regenwoud met alle bijzondere planten en dieren dat verdwenen was, kwam niet vanzelf terug.

Chimpansee reservaat

Het Kibale National Park is één van de laatste regenwouden van Afrika dat nog grotendeels intact is. Het ligt in het westelijk deel van Oeganda. Er komen regelmatig toeristen om de grote verscheidenheid aan apen te zien. De chimpansee is de bekendste. Het leefgebied van de apen is verkleind toen de vluchtelingen in het bos hun dorpen en akkers stichtten.

Nieuw bos

Zo is er een oppervlakte van 10.000 hectare (15.000 voetbalvelden) waar opnieuw kan worden geplant. Als dat niet gebeurt, dan staat er over 100 jaar nog steeds olifantsgras. De Uganda Wildlife Authorities (UWA), vergelijkbaar met ons Staatsbosbeheer, beheert de Nationale Parken en zorgt ervoor dat er nieuw bos wordt aangeplant. Samen met de omwonenden heeft UWA drie boomkwekerijen opgezet. In totaal werken er nu zo’n 125 dorpelingen bij het project.

Opkweken bomen

Op de kwekerij wordt het bosklimaat zoveel mogelijk nagebootst om de zaden te laten ontkiemen en de boompjes te laten groeien. Ze zijn er immers helemaal op ingesteld om in het duister van het vochtige woud hun eerste levensjaren door te brengen. Op de kwekerij worden daarom stellages gebouwd, bedekt met gras, waar de boompjes de eerste maanden groeien. Hier krijgen ze dagelijks water. Naast de boomsoorten die straks weer woudreuzen worden, worden ook bomen gekweekt die vruchten en bessen dragen, want de chimpansees moeten in deze bosgebieden straks voldoende voedsel vinden.

Bomen planten

Om bomen te kunnen planten worden er gangen gekapt in het metershoge olifantsgras. Een zware klus voor de medewerkers die met temperaturen boven de 30 graden moeten werken. Vervolgens worden om de paar meter bomen geplant. In mei is de regentijd begonnen, dus de boompjes hebben na het planten geen extra water meer nodig. Wel zullen de medewerkers het komende jaar nog regelmatig olifantsgras moeten kappen, totdat de boompjes groot genoeg zijn om boven het gras uit te komen en kunnen concurreren met het gras. Normaal gesproken is dat na twee jaar het geval. Onder de ideale groeiomstandigheden, voldoende regen en warmte, groeien bomen in de parel van Afrika gelukkig het hele jaar door.